Vredehof

De hof is stil, het grind blinkt in de zon.
De stenen houden alle namen bij,
voor het verleden staan ze in de rij;
de toekomst ligt voorbij de horizon.

Geluid van voeten breekt de broze rust,
een stoet van mensen schuifelt door het pad.
Hun dode hebben zij zo liefgehad,
zijn heden hebben zij vaarwel gekust.

In hof en hart weerklinkt een hoogste woord:
dat God ons mensen troost in ons gemis,
de Levende geen God van doden is,
maar doet verrijzen wie hem toebehoort.

De rust keert weer, geen steen is aangedaan.
Maar zoemend als een bij van bloem tot bloem,
zo gonst een goed gerucht door al het groen:
o mens, houd moed, de Heer is opgestaan!

Martin de Geus