Herfst

De warme zomerkleuren,
Worden langzaam weer allen bont.
Met reuk van muffe geuren,
Vallen bladeren op de grond.

Wat jong was werd volwassen,
De akkers zijn al weer geoogst.
Veel dieren gaan verkassen,
De natuur die nu niet meer bloost.

Het gure weer gaat komen,
Met luchten grijs, de regen kil.
Als de natuur gaat dromen,
Wordt heel de schepping even stil.

Om nieuwe kracht te krijgen,
Weer voor het vele jonge groen.
Met knoppen aan de twijgen,
Wordt het voorjaar straks weer kampioen.

®Theo van der Linden, september 2012