Lente in het Donckse bos

Ik was al vroeg in het ochtendbos
Morgenwaas hing om de hoge bomen
Ik hoorde de morgenstilte
Waar een reiger landde in het nat
stonden vlieren naast het pad

Bij het huis komen krokuskleuren op
kleine vlammen in het geschoren gras.
Vlinders fladderden tussen bonte bloemen
Narcis, speenkruid, kornoelje, hoefblad
ze laten bijen zoemen

Ik voelde de bomen en het mos
waar boomkruipers tierelierden
en staartmezen golvend overvlogen.
Goudhaantjes scharrelden in ’t gewas
Het waterwild droomt op de stille plas

Tussen prille plantjes vol van leven
scharrelden eenden in het veld.
In de lijsterbes zong een merel.
Een fazant stond roerloos in gedachten
en in de wei
stond het ooievaarsnest te wachten

Henk Ubas