MIJN STER

Ik zag vannacht een ster,
stralend en zo op mij gericht.
Een warme gloed verlichtte mij
als was ik zelf het licht.

De nacht niet donker meer,
maar troostend en zo dichtbij
de ster, als middelpunt van het heelal
wendde zich tot mij.

De ster had een gezicht,
Ik herkende het,
werd mens in mijn gedicht.

Mijn ster schijnt nu elke nacht.
Ik groet hem keer op keer,
ik denk dat hij naar me lacht.

Toos van der Linden-Los